Nieuws

Vruchtbare Partnerraad KCNL november 2017

Gepubliceerd op
16 november 2017

35 aanwezigen van 27 partners waren er op de Partnerraad van het Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving (KCNL) op 7 november 2017. Zij bespraken de toekomst van het KCNL, onder andere op basis van de ervaringen in een aantal projecten.

Programmamanager Evelyne van Dongen liet aan de hand van cijfers zien dat het KCNL zich goed ontwikkelt. In de projecten is al 9 ton (Maatschappelijk natuurbeheer) resp. 8 ton (Duurzame stad) feitelijk aan activiteiten uitgevoerd. Zoals het zich nu laat aanzien is binnen de huidige begroting nog zo’n € 1,8 miljoen beschikbaar voor nieuwe projecten, waarvan ruim € 500.000 nog niet is gecommitteerd in de vorm van reeds voorgestelde (‘proposed’) projecten. In de realisatie staat de subsidiebijdrage nu op 52%, maar deze gaat in de gewenste richting van 50%.

Evelyne blikte ook vooruit naar 2018 en noemde de belangrijke aandachtsgebieden voor de doorontwikkeling richting
een financieel zelfstandig KCNL.

Workshops

Aan de hand van het praktijkvoorbeeld 'Limburg Waterklaar!' vertelde
Bertrick van Dikkenberg (BOOT) over de meerwaarde van co-creatie tussen overheden, woningbouwverenigingen, onderwijs en bedrijfsleven, over de eerste concrete opbrengsten en over de uiteindelijk beoogde terugkoppeling van opbrengsten naar het onderwijs.

Karin van Beckhoven (Inholland) deelde haar visie over de te verwachten veranderingen in de groene sector en de daaruit voortkomende innovatie-opgaven van de groene opleidingen, op basis van haar ervaringen met de 'Groene Hart Academie 2.0'. Hierbij zoomde ze in op het belang van cross-overs tussen groen enerzijds en techniek en gezondheid anderzijds en de door Inholland gehanteerde kenniswerkplaats methodiek.

Niek Persoon (Amsterdam Green Campus), deelde zijn ervaringen met het KCNL-project ‘Systeembenadering Urban Green’. Dit project wordt uitgevoerd in Start-up Village, een containerdorp op het terrein van de UvA, waar start-ups zich bezighouden met nature-based solutions. Het project zou dé plek kunnen zijn waar onderwijs, onderzoek, ondernemers en overheid een blik op de toekomst van ‘Urban Green’ kunnen werpen.

Harry Boeschoten (Staatsbosbeheer) gaf een toelichting op hun ‘Programma Groene Metropool’. Staatsbosbeheer is eigenaar van vele voormalige bufferzones, Randstadgroenstructuurgebieden en RodS-gebieden. Staatsbosbeheer dat deze gebieden een nieuw groen perspectief voor de Randstad in de 21e eeuw kunnen vormen als noodzakelijke voorwaarde voor een excellent woon- en vestigingsklimaat.

Concluderend

Tot slot vatte KCNL-voorzitter Peter van Dongen de belangrijkste bevindingen samen. Hij herkende vijf gemeenschappelijke lijnen:

  1. Het KCNL heeft een belangrijke platform- en netwerkfunctie van het KCNL, zowel op regionaal niveau maar zeker ook op het bovenregionale niveau.
  2. Het KCNL moet nu een merknaam opbouwen en een reputatie creëren: exposure, opbrengsten tonen en wellicht exclusiviteit.
  3. Voor de doorontwikkeling moet het KCNL aanvullende financiering zoeken, bijvoorbeeld bij gemeenten, provincies, of andere subsidiebronnen.
  4. Het KCNL moet nadenken over hoe de resultaten gedefinieerd worden. Zijn resultaten, bijv. uit de projecten, vrijblijvend of moeten we de lat hoger leggen?
  5. Tenslotte blijft de cruciale vraag: willen we samen de infrastructuur intact houden. Het is de uitdaging van het KCNL om hier de komende tijd aan te werken.

Het volledige verslag

Alle KCNL-partners