Kennis naar kunde (bij boeren over bodemkennis)

Vanuit de praktijk van boeren en adviseurs komen steeds meer vragen over de bodem. In de laatste decennia is de bodem als productiefactor van het bedrijf met name in de melkveehouderij onderbelicht gebleven. Mede door het jaar van de bodem en de steeds strenger mestwetgeving neemt de belangstelling voor de bodem steeds verder toe.

Begin 2016  is fase 1 van het project 'Van Kennis naar Kunde: grootschalige toepassing van bodemkwaliteitskennis' gestart. Over duurzaam bodembeheer is al best veel bekend, alleen wordt nog maar mondjesmaat in de praktijk toegepast. Centrale vraag in het project was: hoe kunnen we de bestaande bodemkennis door vertalen naar praktisch handelen? Samen met studenten en onder leiding van specialisten uit de praktijk is gezocht naar antwoorden op deelvragen rondom dit onderwerp.

Het doel van het project was om op een grote schaal gedragsveranderingen bij boeren te bereiken met actuele benaderingen en tools die op dit moment beschikbaar zijn om boeren inhoudelijk te ondersteunen op het gebied van bodem. De werkwijze was dat groepen studenten adviezen/overzichten opleveren rondom verschillende thema’s, zoals bewustwording, gedragsverandering, tools en lessen uit andere projecten en sectoren. Deze groepen studenten werden inhoudelijk begeleid door één van de partners uit het project waardoor de kennis en het netwerk van de partners goed is  benut. Daarnaast zijn er een tweetal essays geschreven waarin verschillende kosten-baten analyses t.a.v. duurzaam agrarisch bodembeheer werden belicht.

De belangrijkste aanbevelingen uit het project zijn:

  • Zet in op het bevorderen van de eigen kennis en situatie bij zowel akkerbouwers en veehouders. Dat is niet alleen een kwestie van meten en data: veel bodemanalyses zijn verplicht of worden standaard uitgevoerd, maar veel boeren hebben moeite om de analyse-uitslagen te interpreteren en er naar te handelen. Het is dus essentieel dat boeren zelf weer leren waarnemen, op onderzoek uitgaan op het eigen bedrijf, problemen inventariseren, oorzaken en gevolgen analyseren, oplossingen afwegen, testen en evalueren. Dit vraagt naast begeleiding vanuit en samenwerking met adviseurs, kennispartners en collega-boeren, dat agrariërs een brede kennisbasis van de bodem hebben. 
  • De rol van de loonwerker is een aandachtspunt, zeker bij melkveehouders, maar ook bij akkerbouwers. Het is aan te bevelen om deze relatie beter te onderzoeken en ook loonwerkers meer kennis van beter bodembeheer aan te leren.
  • Het inzicht in het bodembeheer en de achterliggende motieven van akkerbouwers en veehouders is onmisbaar voor ieder initiatief om beter bodembeheer te bevorderen. Daarnaast is het belangrijk om de boer niet los te zien van de context, waarin allerlei factoren en actoren invloed uitoefenen. Teveel projecten gaan aan de slag met onjuiste aannames, een beperkte focus en te hoge ambities.
  • Tenslotte moet de boer het doen, hij is immers de belangrijkste gebruiker en eigenaar van de bodem. De bodem is het belangrijkste kapitaal van zijn bedrijf. Om dit kapitaal ten volle te kunnen benutten heeft hij voldoende eigen bodemkundige kennis nodig dit vergt betere ontsluiting, integratie en disseminatie van bodemkundige kennis. Daarnaast is het belangrijk dat hij leert werken met en interpretatie kan geven aan tools, methodieken, sensoren en  zelfmonitoring kan uitvoeren.

Voor de uitvoering van Fase 2 van dit project loopt een subsidieaanvraag bij de POP3-regeling Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties 2016. Het is de bedoeling dat in deze fase de beschikbare kennis over duurzaam bodembeheer wordt geïntegreerd en ontsloten door eigentijds cursusmateriaal voor agrariërs te ontwikkelen en in de praktijk toe te passen.